8 TIPS VOOR DE BESTE FLASHCARDS
Lees hier hoe je de beste flashcards maakt en hoe je met de kaartjes leert
IN HET KORT
Het principe van leren met de kaartjes is eenvoudig:
1. Flashcards zelf schrijven
2. Leren en herhalen
3. Ken je er één? Droppen.
Maar hoe maak je goede flashcards? Wat werkt en waar moet je op letten? Hierbij onze 8 beste tips en adviezen over het maken van de kaartjes en het leren ermee.
Wil je meteen uitproberen of flashcards voor je werken?
De beste tips voor het maken van de flashcards
1. Schrijf je eigen flashcards
Op het moment dat je schrijft, moeten je hersens harder werken dan tijdens typen. Je bedenkt niet alleen wat je moet schrijven, maar ook hoe je het moet opschrijven: je motoriek wordt aangesproken.
Daarnaast creëer je ook een beeld in je geheugen van het kaartje dat je hebt gemaakt: ook dit onthoud je beter dan een getypt verhaal.
Bonus: meer informatie waarom schrijven beter werkt dan typen
2. Gebruik plaatjes, schema’s en tekeningen als het kan
Afbeeldingen onthoud je altijd beter dan tekst. En zeker als je ze zelf hebt gemaakt. Gebruik zoveel mogelijk tekeningetjes en schema’s en wees niet bang om ook verschillende kleuren te gebruiken.
Het doel van flashcards maken is om de informatie zo goed mogelijk en zo snel mogelijk op te slaan. Hoe meer je visuele zintuigen worden geprikkeld, hoe beter je de flashcard onthoudt.
Investeer in een set goede gekleurde pennen of markers en je maakt je flashcards dus nog beter.
Bonustip: Lees waarom kleuren helpen bij het leren
Kleine schema’s en tekeningen maken je flashcards duidelijk en het is leuk om te maken
3. Wees creatief met je eigen ezelsbruggetjes
We hebben allemaal onze eigen associaties bij bepaalde woorden, definitief of formules. De één nog gekker dan de ander. Gebruik ze! Juist deze associaties werken voor jou uitstekend (en je maakt de flashcards toch voor jezelf, nietwaar?).
Ook dit heeft te maken met het snel opslaan van informatie in je lange termijngeheugen. Hoe vreemder de kronkels tijdens het leren, hoe beter de informatie blijft hangen.
Bonustip: Waarom informatie opslaan werkt met flashcards
4. Gebruik 1 flashcard per vraag of definitie
Het is verleidelijk om een opsomming als antwoord aan de achterkant van een flashcard te zetten. Maar pas hiermee op: er is een verschil tussen “herkennen” en “herinneren”.
Voorbeeld van een opsomming
Voorbeeld uit het vak Economie: ‘wat zijn macro-economische variabelen’. Dit zijn er zes: Demografisch (samenstelling bevolking, enz), Economisch (Koopkracht, inflatie enz), Sociaal (ethiek enz), Technisch (internet enz), Overheid (wetten, enz) en Politiek.
Verschil tussen kennen of herkennen
Het is eenvoudig om deze 6 variabelen op één flashcard te zetten. Het gevolg is dat je tijdens het leren deze niet allemaal apart kent, maar alleen in een verband. En waarschijnlijk ken je er 2 en herken je er 4.
Neem dus de moeite om voor elke definitie of vraag 1 kaartje te gebruiken, zo weet je zeker dat je alles daadwerkelijk kent.
De kaartjes in gebruik voor Literatuur.
De beste tips voor het leren met flashcards
5. Zeg je antwoorden hardop
Ook dit helpt enorm bij het opslaan van herinneringen (en dus leren). Spreek zowel de vraag als het antwoord hardop uit, hierdoor maak je wederom nieuwe associaties aan in je hersens en leer je nog sneller.
De reden dat je het nog beter opslaat: je gebruikt meerdere zintuigen tegelijk. Namelijk zicht én geluid. En hoe meer zintuigen je gebruikt, hoe sneller de informatie wordt opgeslagen in je lange termijngeheugen.
Deze tip is ook ideaal als je veel woordjes moet leren (idoom) voor talen.
6. Leer de flashcards twee kanten op
Leer niet alleen de vraag & het antwoord, maar ook andersom. Dus draai letterlijk je flashcards om en herinner je de vraag die hoort bij het antwoord.
Ook dit zorgt weer voor nóg betere associaties en je kent de leerstof letterlijk door en door. Je leertijd blijft trouwens hetzelfde en wordt vaak zelfs nog korter door deze methode.
Latijn flashcards, 2 kanten op geleerd. Latijn – Nederlands en vice versa
7. Flashcards zijn niet de beste oplossing voor alles dat je moet leren
Het grootste voordeel van flashcards is tegelijkertijd het nadeel. Flashcards zijn allemaal kleine, hapklare brokjes informatie die je los van elkaar kunt leren. Ideaal als je veel definities, woorden of formules moet onthouden.
Maar je verliest het grotere plaatje wel uit het oog: complexe verbanden zie je niet meer. Kies dus altijd de leermethode die daadwerkelijk past.
8. Eerst lezen, dan flashcards maken
Begin eerst altijd met het rustig doorlezen van de stof voordat je begint met het maken van de flashcards.
Je hebt meer inzicht in de totale leeropdracht en daardoor ook een goed beeld van de soort flashcards die je moet maken. Ook weet je welke flashcards je kunt gaan gebruiken.
Heb je veel definities? Dan ga voor het A7 formaat. Moet je vooral woordjes (idioom) of korte termen leren? Gebruik dan de halve flashcards. Heb je grafieken, modellen of verbanden? Gebruik dan de grote A6 flashcards.
Gebruik kleurcodes om je kaartjes te sorteren. De confetti kaartjes zijn ideaal (en leuk) als overzichtskaartje voor de stapel.
Bonustip 1:
Zorg een beetje voor jezelf
Je kunt nog zoveel flashcards schrijven en strakke planningen maken, alles valt of staat met jouw vermogen om je er ook daadwerkelijk toe te zetten.
Heb je last van een vol hoofd, uitstelgedrag of blokkeer je en weet je het even niet meer? Wij helpen je verder.
Lees onze artikelen over je hoofd leegmaken, prioriteiten stellen en voor jezelf zorgen.
Bonustip 2:
Werk met kleuren in alles wat je doet
Gebruik voor ieder vak of onderwerp een eigen kleur kaartje. Het geeft je snel een beeld hoeveel je nog moet leren per vak én het maakt het ook weer leuker om te doen. Dat is vrij logisch. Maar wist je dat het ook heel veel rust kan geven om colour coding door te trekken in je hele leerproces? En wist je dat kleuren een enorm positief resultaat hebben op je studieresultaten?
Wil je nog meer weten over leren met kleuren? Lees dan ons uitgebreide blog over colour coding.
Veel plezier met leren!