Wat zijn flashcards?

Flashcards zijn kleine kaartjes van dik papier (300 grams), waarbij je op de voorkant een woord of definitie schrijft en aan de achterkant de betekenis.

Het maakt het leren leuker en effectiever, omdat je alleen elke dag de kaartjes leert die je nog niet kent. Daarnaast leer je al door zelf de flashcards te schrijven.

Hoe woordjes leren met flashcards werkt

Als je een nieuwe taal wilt leren dan hoort erbij dat je grote aantallen woorden en betekenissen leert. De ouderwetse woordenlijsten (idioom) kun je ideaal met flashcards leren.

Je schrijft aan de voorkant het woord, aan de achterkant de betekenis en voor elk woord gebruik je één flashcard. Vervolgens ga je via het Leitner systeem de woordjes leren. (zie hieronder).

Het grote voordeel is dat je efficiënt bezig bent, alleen de woorden en betekenissen waar je moeite mee hebt leer je elke dag. De woorden die je wel kent leer je veel minder vaak.

Losse kaartjes in plaats van rijtjes

Als je veel woorden moet leren is het verleidelijk om met rijtjes te werken. Hierdoor leer je vooral woorden in een bepaald verband. (Je kunt de rijtjes zo in volgorde opnoemen).

Maar echt leren doe je door de woordjes los van elkaar te leren en twee kanten op te oefenen. Dus niet alleen het woord met de vertaling, maar ook andersom. 

Dit is het grootste voordeel van leren met woordkaartjes: je leert alles los van elkaar, door elkaar heen en je dwingt jezelf om het echt te kennen in plaats van in een bepaald verband of volgorde.