Tips om te leren voor het Economie eindexamen
Alles op een rij voor je economie eindexamen
Heb je komend jaar je eindexamens en is Economie één van je vakken? Dan is dit een handige overzichtspagina.
Je vindt hier onze aanbevelingen voor boeken, het gebruik van flashcards (vanzelfsprekend), handige pagina’s en de beste video’s.
De beste pagina's en video's
De economie academy
De bekendste Economie docent is Frank van de Economy Academy. Hij heeft een site vol met tips en uitlegvideos die daadwerkelijk helpen om de leerstof te begrijpen. Hiernaast zie je één van de best bekeken video’s van zijn Youtube kanaal.
Daarnaast verzorgt hij ook Examentrainingen voor Economie. Heb je hier interesse in? Gebruik dan de code ‘flashcardsbestellen’ en je krijgt direct een flinke korting.
Naar de economie academyHet kanaal van Frank staat vol met tips voor je economie examen. Speciaal voor ons heeft hij de 3 belangrijkste geselecteerd, inclusief een korte toelichting
Tip 3: oorzaak en gevolg redenaties
In een economie examen komen vaak vragen terug waarin je moet uitleggen hoe een oorzaak tot een gevolg leidt. Bijvoorbeeld hoe krapte op de arbeidsmarkt in Nederland leidt tot een afname van de export van Nederland.
Mijn advies is dan om eerst even de woorden oorzaak en gevolg op je antwoordblad op te schrijven (of op je kladpapier) en dan vervolgens onder oorzaak en gevolg de juiste begrippen te zetten.
Dus in het geval van het voorbeeld:
- Oorzaak
- Gevolg
- Krapte arbeidsmarkt
- Daling export
Vervolgens kan je gaan bedenken hoe het een tot het ander leidt. Dus dat een krappe arbeidsmarkt loonstijgingen tot gevolg heeft, dat het daardoor duurder wordt om producten te produceren en dat daardoor de prijzen van Nederlandse producten (ook in het buitenland) stijgen en dat er in het buitenland dus minder Nederlandse producten worden gekocht (minder export).
Tip 5: positieve en negatieve verbanden
Positieve en negatieve verbanden komen altijd wel één keer terug in een eindexamen. Het is dan belangrijk precies te weten wat er met positieve en negatieve verbanden wordt bedoeld.
Een verband tussen twee factoren is positief als ze hetzelfde gedrag vertonen, dus als ze tegelijkertijd allebei dalen of allebei stijgen.
Voorbeelden van een positief verband
als de prijs van een product STIJGT neemt het aanbod van dat product TOE. Dan is het verband positief, wat in een grafiek met pijlen wordt aangeduid als een pijl tussen prijs en aanbod met een plusje erbij.
Voorbeeld van een negatief verband
Een verband tussen twee factoren is negatief als ze het tegenovergestelde gedrag vertonen, dus als de één daalt stijgt de ander. Voorbeeld: als de prijs van een product STIJGT neemt het vraag van dat product AF. Dan is het verband negatief, wat in een grafiek met pijlen wordt aangeduid als een pijl tussen prijs en vraag met een min erbij.
Tip 7: wisselkoersen
Als je bij een examenvraag moet rekenen met een wisselkoers raad ik je aan de wisselkoers als een kruistabel op te schrijven, dan gaat het omrekenen namelijk altijd goed.
Voorbeeld: stel de wisselkoers is : 1 € = 1,145 $ en je hebt als Nederlander omdat je op vakantie naar Amerika gaat $1130 nodig. Hoeveel Euro moet je dan omwisselen?
Ga als volgt te werk:
Schrijf de wisselkoers als volgt in een kruistabel op:
€ 1 | € 1,145 |
$ ? | € 1130 |
Antwoord (met kruislings vermenigvuldigen): 1130 x 1 : 1,145 = € 968,90
Op dezelfde manier kan je alle opdrachten met wisselkoersen oplossen. Ook als je bijvoorbeeld een Eurokoers moet omrekenen naar een Dollarkoers.
Schrijf de wisselkoers als volgt in een kruistabel op: 1 € = 1,145 $ <- dit is een Euro koers (want je hebt 1 Euro) ? € = 1 $ <- dit is een Dollarkoers (want je hebt 1 Dollar)
€ 1 | € 1,145 |
€ ? | $ 1 |
Antwoord (met kruislings vermenigvuldigen): 1 x 1 : 1,145 = € 0,87
Dus 1 Dollar is 0,87 Euro waard.
Oefenexamens economie
Op de site van Examenbundel vind je alle oefenexamens van de afgelopen jaren, geordend per vak, niveau en jaartal.
Je kunt ze zo downloaden, de oefenexamens én de antwoorden.
oefenexamens economie